Hoe de arme Joodse broers Leonard en Philip in 1928 in de USA aankwamen en twintig jaar later eigenaren waren van een van de belangrijkste platenmaatschappijen uit de geschiedenis van de Blues.

Beide broers zijn geboren in Motal, een klein dorp in het toenmalige Polen en wat nu in Belarus (Wit Rusland) ligt. Leonard is geboren op 12 maart 1917 als Lejzor Czyz. Zijn broer Phil (Fistel Czyz) is vier jaar jonger en kwam op 27 maart 1921 ter wereld. Ze waren van Joodse afkomst en vrezen voor hun leven in de jongere jaren die volgende op de Russische Revolutie van 1917.

Hun vader vertrok in 1927 naar de USA om zich daar te vestigen als drankhandelaar. In 1928 volgen moeder, beide broers en zusje Malka. Zij vestigen zich in Chicago. De immigratieofficier spreekt weinig tot geen Pools, heeft haast en verbastert hun achternaam tot Chess.

Een actieve vrouwengroep had er voor geijverd en in 1920 kwam het er dan toch van. De drooglegging was een feit. Officieel was het verboden om nog drank te nuttigen of te produceren. Dat zou de Amerikaanse geest nuchter houden, drankmisbruik zou tot het verleden behoren en het sociale peil zou all-over the country groeien. Niet dus.

De economische schade was enorm. Er werd minstens evenveel illegaal gestookte drank verkocht waarover geen accijns werden betaald. De inkomsten van de overheid daalden fors. Belangrijker negatief effect was dat de georganiseerde misdaad gouden tijden beleefde. Ze voorzagen in een grote behoefte en de speciaal opgerichte “vliegende brigades” van de politie kon een fractie in beslag nemen. Al ging dat wel met flink wat publiciteit gepaard.

Chicago was ongewild het centrum van het geweld tussen rivaliserende bendes. De bekendste daarvan was Alphonse Gabriel (Al) Capone. Geboren op 17 januari 1899 in Brooklyn, NY. Als tiener verhuist hij naar Chicago. Tijdens de drooglegging beheerst hij het merendeel van de Casino’s, het behoor over bordelen en de handel in illegaal gestookte alcohol (Moonshine). Hij werd door de politie met rust gelaten omdat hij grote sommen omkoopgeld aan hen betaalde.

Berucht zijn de overvallen van zijn “mannen” op concurrenten. Zij schieten met machinegeweren alles aan flarden wat ze tegenkomen (St. Valentine’s Day Massacre). Op zijn 15e werd zijn linkerwang opgesneden door een gangster die viod dat Capone te veel met zijn zusje stond te flirten. Het leverde hem de bijnaam “Scarface” op. Daar had hij een hekel aan. Op foto”s als hierboven draaide hij altijd zijn “goede kant” naar de fotograaf.

Er werd een speciale eenheid samengesteld om Capone te pakken. Daarin zaten allerlei disciplines bij elkaar, als Justitie, Belastingdienst, ATF en Offuicieren van Justitie. Weliswaar geromantiseerd, maar het verhaal van Elliot Ness en de Untachables” berust wel op de werkelijkheid.

Uiteindelijk wordt Al Capone gearresteerd en veroordeeld wegens… belastingfraude. In 1931 werd hij voor 11 jaar veroordeeld en overgebracht naar Alcatraz. In de loop der jaren leek hij tekenen van dementie te vertonen, maar het bleek een niet meer te genezen vorm van syfilis. In 1939 werd hij vervroegd vrijgelaten, geen schim meer van de man die ooit over heel Chicago heerste.

Uit de korte omschrijving hierboven kan je opmaken dat Chicago niet bepaald het rustigste deel van Noord-Amerika was. Waar Detroit bekend stond om de automobielbedrijven (Chrysler, Ford, General Motors), was Chicago het centrum van de (rund)vleesindustrie. Het vee werd uit het Zuiden aangevoerd in luchtige wagons. Dat waren de “Boxcars”. In Chicago stonden enorme slachterijen. Die hadden naast veel runderen ook werknemers nodig.

De familie Chess heeft zich met hun drankwinkels gevestigd in “South Side”. Dat was, zeker in die tijd, een van de armoedigste buurten van de stad. Typisch een ghetto. Vrijwel de hele bevolking van de wijk bestond uit mensen van kleur. Als ze al werk hebben, dan is dat in een van de slachterijen of aanverwante takken van industrie.


15total visits,1visits today