Is Chuck Berry een bluesgitarist, vragen sommigen zich af. Volgens de fijnslijpers waarschijnlijk niet, maar wij van Bluesville beantwoorden die vraag maar al te graag bevestigend. Hij is de schakel die de traditionele blues verbindt met de rockabilly en is daarmee een van de genieën die de zodoende rock ’n roll uitvindt.
Charles Edward Anderson Berry is geboren in een middenstandsgezin, in St. Louis, Missouri op 18 oktober 1926. Hij is de 4e van 6 kinderen. Deze achtergrond verschilt behoorlijk van andere bluesmuzikanten. Chuck heeft die bittere armoede van de katoenplantages nooit gekend.
Als kind toont Chuck al grote belangstelling voor muziek en toneel. Zijn eerste publieke optreden heeft hij als hij 14 jaar jong is en vindt plaats op de Sumner High School. Dat is een zeer behoorlijk bekend staande school die in 1875 is gesticht. Opvallend feit: het is een gemengde school, zowel qua leerlingen als docenten. Andere bekende leerlingen: Tina Turner, Arthur Ashe (tennis) en Dick Gregory (komiek en burgerrechtenactivist).
Tijdens de uitvoering op school speelt hij een nummer van Jay McShann: Confession The Blues. Nog altijd een blues standaard. Hij word door een vriend op gitaar begeleid. Het succes dat hij heeft, doet Chuck besluiten zelf gitaar te leren spelen. Hij neemt les bij een lokale jazz legende: Ira Harris.
En dan gaat het mis in 1944. Chuck heeft ontzettend veel moeite met de strenge discipline op school. Op zijn 17e wordt hij, samen met 2 vrienden, betrapt en opgepakt bij een gewapende overval. Hij is dan nog student op Sumner High, maar moet na dit incident naar een heropvoedingsinstelling. Gewoon een jeugdgevangenis, waar hij verblijft tot 1947 (tot hij 21 jaar wordt dus). ▼
Als hij vrijkomt, is Chuck meerderjarig en gaat hij werken als portier in een autofabriek. Hier doet Chuck de nodige kennis op over automobielen, die hij later weer in veel songs verwerkt. Hij speelt dan niet veel meer op zijn gitaar. Hooguit thuis op de band.
In 1948 trouwt Chuck met Themetta “Toddy” Suggs. Zij kent hem van High School en hielp hem tijdens zijn verblijf in de jeugdgevangenis met het alsnog behalen van zijn diploma.Ondanks alle “strubbelingen” in de daarop volgende jaren houdt het huwelijk stand tot aan de dood van Chuck.
Het huwelijk duurt 68 jaar en samen krijgen ze 4 kinderen: Ingrid, Aloha, Charles jr en Melody Exes.
In 1951 vraagt voormalige klasgenoot Tommy Stevens aan Chuck om gitaar in zijn band te komen spelen. Hij stemt toe en maakt al snel instrumentale vorderingen. Als hij eind 1951 de gitarist T-Bone Walker ziet optreden, zal alles veranderen. Niet alleen kan T-Bone vreselijk goed spelen, hij maakt er ook een hele show van. Hij bespeelt de gitaar achter zijn hoofd en ook met zijn tanden. Jimi Hendrix zal hierdoor ook een deel van zijn inspiratie opdoen. Chuck’s reputatie in St. Louis groeit ondertussen.
Chuck oefent als een bezetene. En met resultaat: al in 1952 krijgt hij een contract voor vier avonden per week in The Cranck Club in Vanderventer, Missouri
Hier wordt Chuck aangekondigd als Chuck Berryn. De poster is voor een optreden in maart 1952. Het gezelschap dat hem begeleidt, is hier de “huisband” en noemt zich het Sir John’s trio, de band van pianist Johnny Johnson.
Johnny Johnson verdient veel meer aandacht dan het terloops noemen van zijn naam. Hij is op 8 juli 19245 geboren in Fairmont, West Virginia. Deze stad ligt aan de Monongahela-rivier. De naam is een verbastering van het Indiaanse Mechmenawungihila dat “hoge oever” betekent.
Toen Johnny een jaar of 5 was kochten zijn ouders een piano. Niet zo zeer om op te spelen, maar als pronkstuk in de huiskamer. Johnnie was gek op het geluid van het instrument. Hij bleek in staat een nummer op de radio te horen, dat thuis uit zijn hoofd na te spelen en daar waar nodig, verbeteringen aan te brengen. Zijn diensttijd in WOII bracht hij door in het muziekcorps van de US Marines: Bobby Troups All Servicemen Jazz Orchestra The Barracuda’s. In 1946 schreef Bobby Troup de hit Route 66.
Na de oorlog gaat Johnnie naar Chicago waar hij bij het Chess Label een aantal artiesten begeleidt als Muddy Waters en Little Walter. Het koude Chicago bevalt hem maar matig. In 1952 gaat hij terug naar St. Louis. Hij vormt een trio en krijgt een contract in The Cosmopolitan, destijds een toonaangevende plek in East St Louis.
Op 31 oktober 1952 wordt Chuck gevraagd tot te treden tot dit gezelschap. Al snel blijkt dat de nieuwe zanger/gitarist duidelijk de frontman is en de band wordt al snel herdoopt in The Chuck Berry Combo. Ook leuk: de bassist is Willie Dixon. Dit combo blijft bij elkaar, ook tijdens de eerst plaatopnamen bij Chess. Aan het compacte samenspel is te horen dat zij al vele uren op het podium hebben doorgebracht.
Johnnie Johnson kan belachelijk goed piano spelen. Swingen als een trein, of zoals Chuck het omschrijft: “He could nearly read or write so well, but he could play the piano like ringing’ a bell”. Hij is ook steengoed als componist. Vrijwel alle hits van Chuck Berry in de jaren ’50 zijn door ham geschreven. Dat is ook de reden dat deze nummers vaak in “moeilijke” stemmingen staan. Eb (Es) is geen standaard tuning voor een gitaar, maar op piano levert dat een muziekstuk op waarbij alleen de zwarte toetsen worden bespeeld. Waarmee de bandnaam “The Black Keys” ook meteen is verklaard. Ook is deze toonsoort erg lekker voor blazers. Hun instrumenten staan in Bb of Eb gestemd. Chuck schrijft alle teksten en weet er een commercieel succes van te maken.
Uiteraard komt dit citaat uit ‘Johnny B. Goode-, waar Chuck later de piano in een gitaar verandert. En “Colored Boy” wordt “Country Boy”. Johnnie is natuurlijk helemaal blij met een lied dat over hem gaat, en waar hij de muziek voor heeft geschreven.
Omdat Johnson geen flauw benul heeft van auteursrechten, laat Berry zich als enige componist vermelden. Pas veel later komt Johnson er achter wat hem op slinkse wijze door de neus is geboord. En dat is natuurlijk gen kattenurnine!
Het probleem rond de auteursrechten wordt nooit helemaal opgelost. Op het moment dat Johnson een rechtszaak tegen Berry begint (dat is in 2000) oordeelt de rechter dat de zaak te oud is. Er waren al veel eerder kansen geweest die Johnson voorbij had laten gaan.
De teksten van Berry gaan over doodnormale dingen in het dagelijks leven van jongeren: schoolgaan (Schooldays), racen met opgevoerde auto’s (Maybellene, You can’t catch me), moderne muziek (Roll Over Beethoven, Rock And Roll Music) en vooral ook mooie meisjes, waar jongens alleen maar van konden dromen (Carol, Nadine, Sweet Little Sixteen). Stuk voor stuk onderwerpen die het goed doen bij de (witte) jongeren uit de middenklasse.
Chuck Berry is de eerste zwarte artiest die de sprong maakt naar hits in de Billboard Hot 100 (en dus niet de R&B-charts). En daarmee bereikt hij de hele Amerikaanse jeugd dat massaal op de concerten af komt. En niet alleen in de USA. In 1959 gaat hij naar Australië.
nr. | A-kant | B-kant | datum |
---|---|---|---|
1604 | Maybelline | Wee Wee Hours | juli 1955 |
1610 | Thirty Days | Together | okt 1955 |
1615 | No Money Down | The Downbound Train | jan 1956 |
1626 | Roll Over Beethoven | Drifting Heart | mei 1956 |
1635 | Too Muck Monkey Business | Brown Eyed Handsome Man | sep 1956 |
1645 | You Can’t Catch Me | Havanna Moon | nov 1956 |
1653 | School Day (Ring! Ring!) | Deep Feeling | mrt 1957 |
1664 | Oh Baby Doll | Lajauna | jun 1957 |
1671 | Rock And Roll Music | Blue Feeling | oct 1957 |
1683 | Sweet Little Sixteen | Reelin’ And Rockin’ | jan 1958 |
1691 | Johnny B. Goode | Around And Around | apr 1958 |
1697 | Beautiful Delilah | Vacation Time | jul 1958 |
1700 | Carol | Joe Joe Gun | okt 1958 |
1714 | Merry Christmas Baby | Run Rudolph Run | nov 1958 |
1716 | Anthony Boy | That’s my desire | jan 1959 |
1722 | Almost Grown | Little Queenie | mrt 1959 |
1729 | Back In The U.S.A. | Memphis, Tennessee | mei 1959 |
1747 | Broken Arrow | Childhood Sweetheart | sep 1959 |
1754 | Let It Rock | Too Pooped To Pop | jan 1960 |
1763 | Bye Bye Johnny | Worried Life Blues | mei 1960 |
1767 | Jaguar And Thunderbird | Our Little Rendezvous | okt 1960 |
1779 | I’m Talking ‘Bout You | Little Star | feb 1961 |
1799 | Come On | Go-Go-Go | sep 1961 |
In de studio gebruikt Chuck aanwezige muzikanten om platen te maken. En bij Chess zijn er altijd wel muzikanten die een handje willen helpen. Zo is Willie Dixon als bassist op vrijwel alle Chuck Berry platen te horen net als destijds in St Louis.
Vrijwel zijn hele werkzame leven speelt Berry op semi-akoestische Gibson gitaren. Die hebben een geheel eigen geluid en dat is wat Berry zoekt. Zijn cherry-rode ES-345 is één van zijn favorieten, evenals deze naturel ES-400 ▼
Veel rust gunt de platenmaatschappij hem niet. Niet geheel ten onrechte meent men om nu de vruchten te plukken van zijn populariteit. Andere sterren uit de jaren ’50 zijn plotseling gedoofd in de snelle wereld van de popmuziek. Daarom nemen Chuck en zijn band aan de lopende band nummers op.
De ene na de andere LP rolt uit de platenstudio. Duidelijk werd dat behalve de hits de overige nummers van een ander (lees: lager) kaliber waren. Met zo’n productie zal het niemand verbazen dat de overige nummers vaak “opvullertjes” waren.
En dan gaat het in 1961 weer helemaal fout. Wat gebeurd er? In 1958 heeft Berry (een deel van) het verdiende geld geïnvesteerd in een eigen club: Club Bandstand in het door blanken gedomineerde zakendistrict van St Louis.
Terwijl Berry op tour is in Mexico, ontmoet hij Janice Escalante. Zij is een volbloed Apache. Zij werkt in Mexico als serveerster. Berry biedt haar een baan aan in zijn Club Bandstand. Dat vindt zij prachtig en gaat met hem mee.
Wat Berry niet weet (zegt hij) is dat Janice pas 14 jaar oud is en regelmatig als prostituee actief is. Berry wordt gearresteerd op verdenking van de Mann-act: het over de grens brengen van een minderjarige met als doel haar te (laten) misbruiken. Zijn verdediging is dat hij wordt vervolgd vanwege zijn kleur en dat de vervolging is georganiseerd door rivaliserende zakenlieden in St. Louis. Dat mag niet baten: het vonnis luidt: $ 5.000 boete en twee jaar gevangenisstraf.
Carl Perkins, een goede vriend van Berry, zegt dat hij na zijn vrijlating in 1963 is veranderd: “never saw a man so changed. He had been an easy going guy before, the kinda guy who’d jam in dressing rooms, sit and swap licks and jokes. After jail he was cold, real distant and bitter…”. Ogenschijnlijk gaat hij gewoon door met het maken van de muziek die hem bekend maakte. Maar dan wel zonder zijn vaste band. De leden daarvan hebben in de tussentijd een ander stekkie gevonden.
Hij heeft nog een aantal hits in het eerste deel van de jaren ’60, maar een aantal nummers is een herhalingsoefening. Zo lijkt lijkt No Particular Place To Go wel erg op School Days. En Little Queenie op Carol.
Er is ook een verandering in de optredens. Er is geen sprake meer van een combo of band. Als je Chuck Berry boekt, dan moet je als organisator zelf zorgen voor de geluidsapparatuur, de begeleidingsband en de totale gage dient vooraf cash te orden voldaan.
Begin jaren ’60 komt een nieuwe muziekstroming de USA binnen: the British Invasion. Voor heel veel artiesten uit de jaren ’50 betekent die stroming simpelweg het einde van hun carrière. Extra zuur voor Chuck Berry is dat de nieuwe Engelse bands bekend worden met uitvoeringen van zijn composities. The Beach Boys maken met Surfin’ USA een 1 op 1 kopie van Sweet sixteen. De advocaten van Berry (waarschijnlijk van het bedrijf dat de uitgeefrechten beheert) dreigen met een rechtzaak en Chuck krijgt het leeuwendeel van wat Surfin` USA opbrengt.
Chuck voelt zich prima thuis in Europa. Het leven is daar toch relaxed ten opzichte van de USA. En vergeet niet: in het Zuiden is de segregatie nog steeds niet verdwenen. Nee, het mag niet meer, maar dat wil niet zeggen dat het er ook niet meer is.
Chuck gaat naar de UK om daar op te treden en opnames te maken. In Engeland staan de fans te trappelen om de mensen aan het werk te zien die zoveel hebben betekend voor de ontwikkeling van de Britse popmuziek begin jaren ’60. Het doet hem goed deze erkenning te voelen.
De platenmaatschappij weet de periode van gevangenschap en de voorzichtige comeback op te lossen door het uitbrengen van een Best Of LP. En een Greatest Hits. En een Best Of Greatest Hits….
De Britse tour van 1965 wordt georganiseerd door de organisatie van Robert Stigwood. Die later naam zal maken als manager van Cream, zijn RSO-platenlabel en Saturday Night Fever. Maar dat is pas tien jaar later aan de orde.
De tussenstop op Schiphol op weg naar de USA. Berry maakt van de gelegenheid gebruik om Amsterdam te bekijken, maar geeft geen concert en wordt ook niet voor een TV-opname uitgenodigd.
De opkomst van de Britse beatbands heeft een bijkomend effect. Veel van hun nummers zijn geschreven door Chuck Berry, Willie Dixon, Bo Diddley en anderen die in de jaren ’50 begonnen waren. Er komen steeds meer shows waarin de ‘helden van toen’ de kans krijgen om te laten zien en horen waarom ze ook al weer zo beroemd geworden waren.
Mopperend over hetgeen hem allemaal is aangedaan trekt Chuck verder van land tot land. De vraag is of hij in deze periode geniet van zijn succes of dat het hem allemaal weinig meer kan schelen. Wel is hij voldoende showman om die houding nooit op het podium te tonen.
Hits of geen hits, Berry blijft optreden. Vanaf het tweede deel van de jaren ’60 speelt hij op grote festivals waar hij voor een super enthousiast publiek al zijn gimmicks vertoont, met de Duckwalk als absoluut hoogtepunt. Op de foto’s kun je trouwens goed zien dat Berry veelal blank publiek trekt.
Door constant te blijven toeren bouwt Chuck weer een reputatie op als zanger, gitarist en entertainer. Een publiek dat nog niet geboren was toen Maybellene een hit was, staat alle nummers voluit mee te zingen.
Organisatoren maken vreemde keuzes als het gaat om artiesten op een festival. Hoewel vreemd… van oorsprong was “the Dead” ook een bluesband.
De platenmaatschappij heeft al even geen nieuw werk uitgebracht van Berry. Is er geen nieuw materiaal meer geschreven? Hoe dan ook, men besluiten tot het bekende ‘Plan B’ in de muziek: een live-opname maken en uitbrengen.
En dan… in 1972 heeft Chuck vanuit het niets een #1 hit in de USA. Op 3 februari 1972 speelt Chuck op het Lancaster Arts Festival in Coventry, UK. Het optreden wordt opgenomen om er een “Live in the UK” album van te maken. Het nummer “My-Ding-A-Ling” is Chuck Berry ten top. Met summiere gitaarbegeleiding laat hij het publiek het refrein mee zingen. En dan de jongens tegen de meisjes….
Het is een nummer uit 1952 van Dave Bartholomew, de songschrijvende muzikale partner van Fats Domino. Het gaat eigenlijk over een kleine jongen die angst heeft om zijn klok- en hamerspel te beschadigen. In de laatste verzen draait de tekst om. De jongen vindt het heerlijk om daar aan gevoeld te worden. En als laatste zingt hij: “for those of you who will not sing: they must be playin’ with their own ding-a-ling”. Die twist in de tekst is van Berry zelf.
Opvallend is de invloed die Chuck blijvend heeft op andere muzikanten ▲ De stageact van Agnus Young van AC/DC lijkt toch wel heel erg op die van de oude meester. Die het op zijn beurt begin jaren ’50 van T-Bone Burnett heeft afgekeken.
Na de hit uit 1972 blijft het angstvallig stil rond Chuck Berry in de Billboard Hot 100. Chuck vindt het optreden nog steeds het mooiste wat er is.
In 1985 begint men met de “Rock And Roll Hall Of Fame”. Een aantal artiesten wordt genomineerd en dan mag het publiek stemmen welke drie dat jaar worden toegelaten. Chuck wordt direct opgenomen. Logisch, hij is de Rock And Roll in eigen persoon.
En dan wordt Chuck Berry 60 jaar: 18 oktober 1986. Keith Richards neemt het initiatief om een concert te organiseren. Uiteraard doet hij dat niet zelf. De hele organisatie wordt geregeld door een bureau dat ook de USA-tour van de Rolling Stones organiseert.
Er wordt een ware sterrenband om Chuck heen gevormd. Op het affiche zie je hun namen. Eric Clapton koopt voor zijn bijdrage speciaal een Gibson Super 400, de gitaar waarop Chuck begon. Maar die heeft voor dergelijk eerbetoon geen aandacht. Maar ja, de muziek…
Om het concert goed op beeld te krijgen, besluit de organisatie om het twee maal te houden. En gelukkig maar, het eerste concert verloopt rampzalig. De fans die kaarten voor dat concert hebben, weigeren na afloop de zaal te verlaten, omdat zij menen recht te hebben op een volledige voorstelling.
Ook de voorbereiding gaat niet echt vlekkeloos. Dat is uitvoerig in de film te zien. Chuck loopt alleen maar te mopperen: “Ik ben de grote ster, dus alles moet om mij draaien”. Waarmee je natuurlijk geen vrienden maakt. Ook de ronduit lullige manier waarop hij Keith de maat neemt bij het intro van Carol, doet je naar adem happen. Keith reageert zoals alleen hij dat kan. Hij zegt: ,”goed dat je me corrigeert. Ik speel het nummer natuurlijk pas zo’n 25 jaar..”.
Keith weet ook op geraffineerde wijze Johnny Johnson in het middelpunt te brengen. Zijn vingervlugge getingel blijkt de nummers de swing te geven die op de oude platen ook te horen is. En prompt breekt de discussie over de misgelopen auteursrechten weer los. Advocaten van beider partijen vergaderen jarenlang. Wat er uit is gekomen blijft geheim: er vindt een schikking plaats.
Aan het einde van zijn leven is de witte kapiteinspet een kenmerkend onderdeel van Chuck`s stijl. Door de hernieuwde belangstelling van het publiek voor de “originals” (mede door de film Hail! Hail! Rock And Roll) komt hij opnieuw in de belangstelling te staan. In de loop der jaren is hij duidelijk milder geworden. Wijsheid komt met de jaren, zegt men…
In 1988 krijgt Chuck Berry een ster in de Hollowood Walk of Fame. Veel belangrijker is zijn erkenning in zijn hometown St Louis, waar hij in 2010 zijn star krijgt. ▲ Na afloop is een galadiner waar Toddy en hij de eregasten zijn. ▼
Vanaf 2015 is Chuck niet veel meer buiten de deur te zien. Volgens zijn dochter gaat zijn gezondheid achteruit en is zijn gehoor niet meer zo scherp. Wat natuurlijk niet heel erg verwonderlijk is als je zo lang in de muziekbusiness zit.
Charles Edward Anderson Berry overlijdt 18 maart 2017 op 90 jarige leeftijd.
Na zijn overlijden wordt hij opgebaard met zijn geliefde Gibson en zijn pet. Zo wordt hij ook in zijn eigen Mausoleum bijgezet.
Ongeveer een jaar voor zijn overlijden vertelt Chuck dat hij aan een plaat werkt. De eerste in 26 jaar. Een maand of twee na zijn overlijden verschijnt inderdaad de plaat. De reacties zijn gemengd. Het varieert van “van de doden niks dan goeds” tot “meesterwerk” en alles daar tussenin.
Ook na zijn overlijden blijft er nieuws over Chuck Berry te melden. In 2018 worden foto’s gepubliceerd over een NASA-project: twee capsules zijn de ruimte ingeschoten in 1977. Dat zijn de Voyager I en 2. Aan boord zijn twee gouden platen met gegevens. Talen, foto’s, wiskundige symbolen. En muziek. Een van de prominente nummers is Johnny B. Goode van Chuck Berry.
En waarom werd het nieuws? Na het overlijden van Chuck werd een kopie van de gouden plaat op de markt gebracht, als leuk hebbedingetje…
Een bekend internetbedrijf kiest onderstaand silouette om het begrip “gitarist” uit te beelden. Wie kan het anders zijn dan…?
© 2021 Ronald Nijenhuis / Bluesville (laatste update: 26 maart 2023)
556total visits,1visits today