Dit is niet de complete historie van The Rolling Stones. Daar zijn tenslotte al hele dikke boeken overal geschreven. Het gaat ons vooral om de roots van deze band. En wat daar in de daaropvolgende 60 (!) jaar van over is gebleven.
We beginnen direct met een misverstand uit de wereld te helpen: The Rolling Stones bestonden in 1962 uit zes (!) personen en zouden dat ook tot 1969 blijven. Op deze foto zie je de complete band:
Samen met Brian Jones is Ian Stewart de oprichter van The Rolling Stones. Als Schot is hij een beetje een vreemde eend in de bijt tussen al die Londenaren. In plaats van zich minderwaardig te voelen, bekijkt hij het hele “bedrijf” met humor en ironie. Onderschat hem niet: hij is veruit de beste muzikant van de band. Zijn achtergrond als Boogie Boogie pianist laat zich gelden. Zijn medemuzikanten noemt hij “three chord wonders”
Was hij een enorm goede gitarist? Ja en nee. Wat hem speciaal maakte is zijn slidegitaar. Daar was hij subliem in. In het begin van zijn carrière noemde hij zichzelf Elmore Lewis, naar zijn grote voorbeeld Elmore James. Hij speelde “Dust my broom” in de band van Alexis Corner, toen Mick Jagger en Keith Richard hem voor het eerst zagen. Daarnaast bezat hij de gave om uit elk instrument geluid te kunnen halen. Gaf hem een dag en hij speelde er op!
Mick Jagger en Keith Richards hebben elkaar in 1961 in Dartford ontmoet. Dat is een van de vele voorsteden van Londen. Beiden gingen met de trein naar hun school. Mick had onder zijn arm een stapeltje LP’s die hij zelf uit Amerika had geïmporteerd: Jimmy Reed, Muddy Waters en Chuck Berry. Keith bleek deze voorliefde voor muziek te delen. En hij kon gitaar spelen.
Het eerste optreden in The Marquee Club in Londen onder de naam The Rolling Stones. Naast Keith wordt Elmo Lewis als tweede gitarist genoemd, inderdaad: Brian Jones. Drummer zou Mick Avery zijn, maar die ontkent dat. Hij had twee keer meegedaan aan een repetitie, maar het optreden op 12 juni 1962 werd gedaan door Tony Chapman. Het was dezelfde Chapman die die Rolling Stones wees op Bill Wyman, een bassist die een band zocht. Avery werd in augustus 1964 lid van The Kinks en bleef dat tot 1984.
Brian Jones had meegespeeld in de band van Alexis Korner en Cyril Davies: Blues Incorporated. Hij wist dat daarin een geweldige drummer speelde: Charlie Watts. Maar ja, die wilde niet. Hij hield veel meer van jazz. Die langharige herriemakers vond hij maar niks. Maar die gaven niet op en bleven hem vragen, wat zelfs op smeken begon te lijken, om tot hun band toe te treden. Nou voor één keer dan. Dat werd bijna 60 jaar….
Eind 1962 komen The Rolling Stones in contact met Andrew “Loog” Oldham. Die werkt op dat moment als PR-man bij NEMS, de muziekonderneming van de familie Epstein met zoon Brian aan het hoofd. Brian Epstein is dan al volledig bezig met The Beatles. Andrew bedenkt een image voor de nieuwe band. Zij moeten het onverzorgde, ruige antwoord op de The Beatles worden.
Andrew doet meer, veel meer. om te beginnen vraagt hij Ian zich terug ter trekken uit de spotlights. Ian heeft daar geen enkele moeite mee. Hij wordt formeel hun “roadmanager” omdat hij een bestelbusje heeft vanwege zijn “gewone” baan. Op platen speelt hij gewoon mee. Ook live is hij veelvuldig te horen, weggemoffeld in de coulissen.
Uit ervaring bij NEMS weet Andrew dat het opnemen van een coversong wel een hit kan opleveren, maar dat vrijwel alle royalty’s gaan naar de originele schrijver(s) en de muziekuitgeverij. Hij dringt er bij de bandleden op aan om zelf te gaan componeren. Op de eerste LP staat Tell Me, wat het eerste eigen nummer is. De auteurs waren Mick Jagger en Keith Richard.
Een veel ingrijpender beslissing is om niet Brian Jones, die tot dan toe “de baas” was, maar Mick Jagger en Keith Richard tot het centrale duo te benoemen. Het was Brian niet gelukt om zelf een nummer te schrijven. Hij heeft talloze pogingen gedaan, maar er kwam niets concreets uit voort.
Medio 1963 als Brian al heeft bereikt wat hj altijd wilde: stergitarist zijn in een bluesband. Nee, niet in een bluesband, maar in ZIJN EIGEN bluesband. Belangrijkste factor is dat je cool kunt kijken. Een soort mix van boosheid, vermoeidheid, nonchalance en vooral heel veel arrogantie.
song | origineel van |
Come on | Chuck Berry |
I wanna be your man | Lennon/McCartney |
It’s all over now | Bobby Womack |
Route 66 | Bobby Troup |
Walking’ the dog | Rufus Thomas |
Mona (I need you baby) | Bo Diddley |
I’m a King Bee | Slim Harpo |
Everybody needs somebody to love | Salomon Burke |
You can’t catch me | Chuck Berry |
Little red rooster | Willie Dixon |
Susie Q | Dale Hawkins |
Down the road apiece | Chuck Berry |
Not fade away | Buddy Holly |
Around and around | Chuck Berry |
Money | Barret Strong |
Bye bye Johnny | Chuck Berry |
Blue and lonesome | Little Walter |
Hier ontstond de verwijdering tussen Brian Jones aan de ene kant versus de rest van de band. In het conflict koos niemand zijn zijde. Ook al niet omdat Brian niet bepaald zijn best deed om “one of the boys te zijn”. Om het leed iets te verzachten kreeg hij volop de ruimte om zijn geweldige slidespel te laten horen op Little Red Rooster. Ook de doorzeurende gitaar op The Last Time werd door Brian gespeeld op zijn Vox Teardrop gitaar.
Mick Jagger en Keith Richard slagen er steeds beter in om zelf bluesnummers te schrijven. Weliswaar worden dat geen A-kantjes van singles, maar als B-kant doen ze het ook prima. The Spider And The Fly is bijvoorbeeld in de USA de achterkant van Satisfaction.
Nu we het toch over Satisfaction hebben,
Het jaar 1967 was me er wel eentje. Brian had verkering gekregen met de Duitse actrice Anita Pallenberg en was meer in de Londense Jet-set te vinden dan in de studio.
Ook na het gedwongen vertrek in 1969 van Brian Jones blijft Stu contact met de band houden. Op Exile On Main Streek uit 1971 speelt hij onder andere op Sweet Virginia.
Zo bleef Ian tijdens vrijwel elke tournee mee spelen. Niet alle nummers. Hij deed simpelweg alleen die nummers die hij leuk vond. De rest kon hem gestolen worden.
Ook bij opname van “Dirty Work” was hij weer in de studio. Hij kreeg het zo benauwd dat besloten werd hem direct naar het ziekenhuis te brengen. Voordat het onderzoek kon beginnen stierf Stu in de wachtkamer.
Hij werd slechts 47 jaar oud.
Ook tijdens hun tweede bezoek aan de USA duiken de Rolling Stones op 6 november 1964 de Chess studio’s in (de eerste keer was juni 1964). Little Red Rooster is 1 van de 7 nummers die ze die dag opnemen. Het nummer verschijnt eind november 1964 al op single en wordt een #1 hit in de UK.
Lewis Brian Hopkin Jones is geboren op 28 februari 1942 in de Londense voorstad CheltenhamBeide ouders zijn afkomstig uit Wales.. Zus Barbara wordt op 22 augustus 1946) geboren. Op de foto: Barbara en Brian rond 1951.
Brian heeft twee muzikale ouders. Vader speelt orgel en piano, moeder is pianolerares. Bovendien heeft Brian een bovengemiddeld IQ van 135. Op zijn 14e speelt Brian klarinet in het schoolorkest. Daarnaast speelt hij vele andere instrumenten.
Pas in 1960 begint Brian met gitaar-spelen. Als supersnelle leerling kan hij al na een jaar goed meekomen met de band. Daarbij vallen vooral zijn kunsten op de slidegitaar op. Vrijwel niemand in de bluescene van London rond 1960 kan zo’n geluid uit zijn gitaar halen. Het is juist de sound waarmee Elmore James beroemd is geworden.
Andrew Loog Oldham
I wanna be your man
The under assistant west coast promotion man
Who’s driving your plane?
Bobby Keys ✞
687total visits,1visits today